Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die den arme [38]verdrukt, om het zijne te [39]vermeerderen, [en] den rijke [40]geeft, [komt] [41]zekerlijk tot gebrek. 38. Te weten, door bedrog of geweld. Vergelijk boven hfdst.14 vs.31. 39. Of, zich te vergroten. 40. Te weten, om zijne gunst, hulp en vordering te krijgen jegens de armen. 41. Anders: alleen, of niet dan tot gebrek. Vergelijk boven hfdst.21 vs.5, en de aantekening.